Windows XP voor beginners (deel 15)

Extensies! Het woord is al een paar keer eerder gevallen, maar misschien weet je nog niet wat het precies in houdt. Alle bestanden op het systeem hebben een eigen naam, maar achter de . (punt) zie je ook nog 2 of 3 cijfers of letters, dat is de extensie. De toevoeging is bedoeld om het systeem aan te geven om welk soort bestand het gaat, zodat de bestanden met het juiste programma kunnen worden geopend.

Maar soms is die wetenschap wel van belang, bijvoorbeeld als iemand je een bestand stuurt en jij het niet kunt openen. Als dat bestand met een programma gemaakt is dat niet op jouw computer geïnstalleerd werd dan heb je dat probleem.

Je kunt in zo'n geval natuurlijk aan de afzender vragen waar het bestand mee gemaakt werd en met die informatie zou je het betreffende programma kunnen installeren, maar Windows XP biedt ook een oplossing, want als een bestand niet kan worden opgestart omdat Windows XP het bijbehorende programma niet kan vinden wordt er automatisch een zogenaamde wizard opgestart. In het wizard venster vind je twee opties:

Het bijbehorende programma via het web opsporen

Met een klik op OK wordt er verbinding gemaakt met het Internet en zal de oplossing verschijnen. In dit voorbeeld zal je kunnen lezen dat het om een Microsoft PowerPoint presentatie gaat en je vindt ook een snelkoppeling voor meer informatie.

Soms kan de wizard geen oplossing vinden, in dat geval wordt je doorverwezen naar de File Extension Source. Dat is een uitgebreide database met informatie over vrijwel alle bekende extensies. Daar kun je dan de benodigde informatie vinden.

In sommige gevallen zal ook de database geen oplossing kunnen bieden, bijvoorbeeld als je op zoek gaat naar informatie over .dat bestanden. Dit soort (data of gegevens) bestanden worden door veel programma's gebruikt en het is daarom vrijwel onmogelijk om het juiste programma te vinden.

NB. Op het moment dat dit artikel geschreven wordt is er nog geen Nederlandse versie  beschikbaar, je zal dus de Engelstalige moeten gebruiken.

Het programma in een lijst selecteren

Met deze optie kun je zelf een programma aanwijzen, maar daar heb je natuurlijk alleen maar wat aan als je het programma kent en... als dat op jouw systeem aanwezig is.

Fototoestel, scanner en andere randapparatuur

Windows XP kan met de meeste digitale fotocamera's en flatbed scanners wel omgaan, maar, dat is voor vrijwel alle apparaten een ietsje anders. Het is dus lastig om dat voor jouw specifieke camera of scanner exact te omschrijven, maar ook al wijken de termen misschien wat af, globaal zijn de handelingen wel zo'n beetje hetzelfde.

De fotocamera wordt vaak met een USB kabel aangesloten en vanaf dat moment kun je de mappen en afbeeldingen gebruiken als die van de harddisk. Door ze te verslepen of met kopiëren en plakken kun je dan de foto's naar de harddisk kopiëren.

Voor de camera wordt ook vaak een adapter gebruikt. In dat geval stop je de compact flash kaart of memory stick van de camera in de adapter. Daarna zijn ook dan weer alle handelingen gelijk.

Klik Start, Deze computer en dubbelklik het aangegeven apparaat (vaak omschreven als Verwisselbare harddisk (F:), waarbij de letter af kan wijken, al naar gelang hoeveel apparaten er in jouw systeem aanwezig zijn). Blijf dubbelklikken op de mappen tot de afbeeldingen zichtbaar zijn. Verklein het venster zo dat er nog een tweede venster naast of achter past, dat venster hoeft maar voor een gedeelte zichtbaar te zijn.

Klik Start, Mijn afbeeldingen (of een andere map waar jij je plaatjes hebt opgeslagen). Verklein ook dit venster zodat het eerder geopende zichtbaar wordt.

Selecteer de gewenste (Ctrl+muisklik) of alle afbeeldingen (Muisklik op een afbeelding en Ctrl+A) die op de camera aanwezig zijn. Klik op een van de geselecteerde foto's en hou de muisknop ingedrukt, sleep de selectie boven het Mijn afbeeldingen venster en laat daar aangekomen de muisknop los. De computer gaat aan het werk en kopieert de afbeeldingen van de camera naar de harddisk.

Omdat camera's niet altijd doornummeren en dus dezelfde nummers aan afbeeldingen geven is het raadzaam om voor elke sessie een nieuwe map te maken, anders zouden de reeds bestaande afbeeldingen overschreven kunnen worden!

Een andere manier om de foto's op te slaan is, zoals eerder gezegd, het kopiëren en plakken. Klik Start, Deze computer en dubbelklik het aangegeven apparaat (dat is dus de verwisselbare harddisk ofwel het foto apparaat). Blijf dubbelklikken op de mappen tot de afbeeldingen zichtbaar worden. Selecteer de gewenste of alle afbeeldingen en klik (dit keer met de rechtse muistoets) op een geselecteerde afbeelding, kies uit het menu Kopiëren. Sluit de map en klik weer op Start.

Kies de map Mijn afbeeldingen, (maak desgewenst een nieuwe map en open die). Klik met de rechtse muistoets en kies Plakken, de foto's worden in de map opgeslagen.

De scanner wordt geleverd met een scan- en stuurprogramma (twaindrivers). Ook nu is het niet mogelijk de diverse knoppen en opties precies te omschrijven, alle geleverde software is per scanner (of merk) verschillend en vaak nog Engelstalig ook, maar ik zal proberen de noodzakelijke termen te omschrijven.

Als je het bijgeleverde softwarepakket opstart (Ulead Image Pals, Adobe Photoshop Elements, Picture-It of PhotoSuite e.d) vind je een optie Importeren in het rolmenu Bestand (File, Import). In dat menu wordt de scanner bij name genoemd.

Klik de optie en het stuurprogramma voor de scanner zal verschijnen. In dat menu kun je een aantal zaken instellen. De resolutie waarin je wilt scannen, kleur, zwart/wit en meer. Ook vind je knoppen als Voorbeeld en Scannen.

Plaats een afbeelding op de glasplaat van de scanner. Stel in het scanprogramma een resolutie in, bijvoorbeeld 150dpi en klik op Voorbeeld (Preview). De scanner gaat aan het werk en na enige tijd zal een voorbeeld van de afbeelding getoond worden. Vaak is dat omgeven door een raampje, dat kun je aanpassen door het aan de hoeken of de randen te verslepen. Stel dat venster zo af dat grofweg de afbeelding wordt omlijst. Klik op Scannen (Scan). De afbeelding wordt gescand. Als het scannen klaar is wordt de afbeelding in het fotobewerkingsprogramma getoond.

Tip: Als je onderwerpen scant die je later wilt verzenden kun je een resolutie gebruiken van ca. 72dpi. Gebruik voor het opslaan opties als, opslaan voor web of smartsave e.d. en als die niet voorhanden zijn gebruik je JPG of Gif (de laatste kan slechts 256 kleuren opslaan, dus voor foto's e.d. kun je beter het Jpeg of JPG formaat gebruiken). Kies een gemiddelde kwaliteit, maar zorg ervoor dat de kwaliteit van de foto niet minder wordt.

Voor alle overige onderwerpen gebruik je ca. 150dpi, daarmee maak je een uitstekende kwaliteit afbeelding voor afdrukken tot A4 formaat. Het bestand wordt dan wel groter, maar dat zal met de huidige harddisk capaciteit geen problemen geven.

Je zou natuurlijk nog hoger kunnen scannen, maar meestal heeft dat weinig tot geen zin en de bestanden krijgen bij het opslaan een gigantische omvang.

Overige randapparatuur - Eigenlijk is daar niet eens veel meer over te vertellen, zip drives, USB memory sticks en noem ze maar op, alle handelingen zijn vrijwel hetzelfde, mappen openen met een dubbelklik, slepen, kopiëren en plakken, alleen de naam van het apparaat is anders, dus daar kom je wel uit.

Rest mij alleen nog te vertellen dat voor een filmcamera extra hardware is vereist, met een videobewerkingskaart of firewire (alleen digitaal) aansluiting en een programma als Windows Moviemaker of Adobe Premiere kun je de filmpjes van de camera opnemen en bewerken, maar... dat heeft niets meer met Windows XP voor beginners te maken