Cycle tours South Island NZ februari 2006 (5/6) |
||||||||||
11e etappe Haast-Fox Glacier 13 februari |
||||||||||
Vandaag staat een van de langste etappes op het programma, 125 km. Als we de brug over de brede Haast-rivier (ca 800 meter) zijn gepasseerd rijden we direct al over een weg met aan weerszijden heuvels met regenwoud. In het begin is de weg vrij vlak. Na een tweetal bochten in de weg zitten 2 jongens wat verdwaasd aan de kant. Een stukje verder veel bandensporen en enkele meters lager op het talud ligt een personenauto met neus omhoog gericht. De reisleider, die net met z’n wagen langs reed, stopt en vraagt hoe ze eraan zijn. De jongens lijken lichamelijk niets te hebben opgelopen. Dat blijkt ook het geval. Ze zeggen dat ze de politie al hebben gebeld? Kan dat hier in de middle of nowhere? Voor Knightspoint hebben we een klim. Het is een punt met een mooi uitzicht op de Tasmanzee. In de verte liggen de zeehonden als stipjes op het strand. Er is een gedenkteken dat herinnert aan de eerste aanleg van deze weg in 1964. Dan rijden we landinwaarts langs een paar mooie meertjes. Bij Bruce Bay, een werkelijk prachtige baai, krijgen we voor de lunch met een heerlijk bordje soep. De golven beuken met kracht op de kustlijn. Wij vervolgen onze weg langs met een bos begroeide heuvels. Als we eens goed kijken zien we dat het een praktisch niet doordringbaar regenwoud is. Dit gaat 10-tallen kilometers zo door. De vogelgeluiden die we horen zijn fascinerend. Het zijn echt junglegeluiden in de tropen. Na een vrij vlak deel wordt het weer wat hobbelig. Als we om 16.30 uur aankomen zijn we lekker moe. 's Avonds eten we pannenkoeken. De eerste wordt gebakken, de rest moet je zelf doen. Mijn exemplaar doet er lang over (verkeerde elektrische pit), te dik, ziet er niet uit, maar smaakt uiteindelijk goed. Daarna drinken we met een deel van de groep nog even wat in het dorp. |
||||||||||
|
||||||||||
14e etappe Ross-Greymouth 17 februari |
||||||||||
Het is redelijk mooi weer met een bedekte hemel. Vandaag gelukkig een redelijk korte etappe, 67 km. We doen voor het eerst in 300 km weer een echt dorp aan waar alles te koop is. Het is Hokitika, een leuke plaats. We kijken al direct tegen een leuke dorpsklok aan. Er is een ruime keuze aan koffietenten, maar belangrijker, het is het centrum van de verwerking van jade. Ook is er een goede fietsenwinkel. We kopen een paar handschoenen ter vervanging van degenen die ik op de Burkess pas verloor. Ook kopen we en mooi NZ fietsshirt. Voor Marjo kopen we zilveren oorbellen bij een in jade gespecialiseerde juwelier. We lunchen samen op een prachtig verlaten stukje strand, waarna we richting Greymouth gaan. We moeten 2 maal over een onewaybridge waar ook nog het spoor over gaat. Dat voelt niet echt veilig. Onderweg slaan we nog even af naar een als een soort pretpark opgezet historisch goudstadje, Shantytown. We zijn niet binnen geweest. In Greymouth staan we op een prachtige moderne camping op een mooie beschutte plaats op zo'n 50 meter van het strand. Er staat ook een grote groep van de Indian motorclub. De oudste motor stamt uit 1913. Ik vind dat heel bijzondere motoren. Het ziet wat primitief uit. Het zijn net gemotoriseerde fietsen met een recht stuur. Ik heb de beurt bij de corvee. Het is een magnifieke avond zonder wind. We maken nog een wandeling totdat het donker is. Sommige mensen slapen op het strand. |
||||||||||
15e etappe Greymouth-Westport 18 februari |
||||||||||
Bij de briefing horen we dat vandaag om een vlakke etappe gaat. Hij is wel 107 km. We fietsen nog even door het centrum. Dat stelt weinig voor, ook al is dit de grootste plaats (13.500 inwoners) aan de westkust. Als we de brug over de Grey heen zijn, rijden we al gauw in de mist. Het is maar voor kort. We gaan over een mooie kustweg. Het gaat sterk op en af. Voor de kust liggen prachtige rotseilanden. Langs de weg ook weer voortdurend bos op de heuvels. Het blijft maar op en af gaan.af en toe rijdt ons een Indian motor voorbij. Rond het middaguur bereiken we de pancakerocks. Het is een prachtig en facsinerend natuurverschijnsel. De rotsen zijn opgebouwd uit lagen. Het geheel lijkt op een zeer grote stapel pannenkoeken. Door erosie van water en wind zitten er grote gaten en open gangen in en tussen de rotsen. Door dit geheel spelen de golven, hetgeen een spetterend, klotsend en af en toe een bijna dreunend effect geeft. In het deinende zeewater zitten tot 5 m lange slierten van zeewier als haren aan de rotsen gekleefd. Hoewel we vanwege het te lage water de echte blowholes niet krijgen te zien is het een boeiend geheel. Voordat we de nog lange tocht vervolgen nemen we in het lokale etablissement nog koffie met een paar stevige zoete pies. De route blijft heel boeiend. Het betekent wel steeds op en af, een keer zelfs tot boven de 200 meter. Steeds heb je weer mooie uitzichten op zee. Gelukkig dat de laatste 25 km afdalend zijn zodat we toch nog om 16.30 uur op de camping komen. We kijken terug op een van de mooiste etappes. Voor de corvee moet ik nog even de groenten snijden. De reisleider kruipt ’s avond voor de groep door het stof vanwege de uitspraak dat het een vlakke etappe zou zijn. |
||||||||||
Rustdag Westport 19 februari |
||||||||||
We slapen eerst maar weer eens wat uit. Na het ontbijt de was en dan een uitstapje met de fiets naar de zeehondenkolonie. Een leuk ritje van zo'n 15 km. Het is een prachtige locatie. Jammer dat de afstand tot de druk bewegende en soms alleen zonnende zeehonden zo groot is, althans te groot om te fotograferen. 's-Avonds eten we samen gezellig in Westport. |
||||||||||