Cycle tours South Island NZ februari 2006 (2/6)

1e etappe Christchurch Methven 1 februari

Rakaia riverHet begint met een vlak stuk. Het zijn lange rechte wegen. Er zijn nauwelijks dorpen, laat staan dat je er iets kunt kopen. Het fietsen gaat heel goed. We hebben dan ook alles mee. De temperatuur is goed (bedekte hemel) en we hebben veel voor de wind. Het tempo ligt dan ook behoorlijk hoog. Eerst rijden we een stuk met de groep mee. Dat gaat op den duur wat te snel. Als we ons eigen tempo rijden gaat het ook goed door. We ontmoeten echter steeds de groep weer en gebruiken ook samen de lunch. Het landschap is weinig afwisselend, het gaat in hoofdzaak om agrarisch land.
In de aanloop naar de Rakaiarivier` stijgt het zeer geleidelijk, niet meer dan 1%. Juist voor de rivier is er een flinke afdaling. De snelheid loopt even op tot boven 50 km/u. Als we de mooie rivier zijn gepasseerd, waarin weinig water staat maar die wel veel water kan bevatten, krijgen we direct een pittige klim (13% volgens een van onze reisgenoten).
Tot aan de camping loopt het licht af en loopt de snelheid weer op tot 30 km/u. Het is nog even zoeken naar de camping omdat de beschrijving daarin iets te kort schiet. De reisleider is nog niet op de camping. Dan maar eerst even naar de kroeg. Metven is sinds Christchurch het eerste dorp. Er is hier wintersport accommodatie voor Mount Hutt.
Op de camping is het koud. Dat komt vooral door de stevige wind die er staat. We kunnen gelukkig binnen eten.

2e etappe Methven-Geraldine 2 februari

Als we wakker worden is het fris (10 graden C), maar de zon schijnt. Dat ziet er dus goed uit.
De weg loopt eerst weer op naar 400 meter. We hebben een magnifiek uitzicht op de heuvels waarvan alleen de toppen boven de nevel uitsteken. Dan beginnen we aan een lange zeer geleidelijke afdaling (weer ca. 1%). De snelheid ligt daardoor relatief hoog. We kruizen de Rangitatariver. De omweg die we maken om een waterval bij Peel Forest te bekijken wordt maar voor een deel beloond. Het pad ernaartoe is mooier dan de waterval zelf. Pas rond 16.00 uur komen we op de fraaie camping aan. Door de lange afstand (weer ruim 100 km) zijn we best wat vermoeid.

3e etappe Geraldine-Lake Tekapo 3 februari

Shepherds dogVandaag komen we aan het eerste klimwerk. Eerst geleidelijk maar dan wel iets pittiger. De snelle groep is al gauw uit het zicht.
De weg, de SH79 is tamelijk druk en er wordt hard gereden. Omdat het wegprofiel nogal grof is, veroorzaakt dit veel lawaai. We passeren Burke-pass, iets boven de 700 meter. Even de hoogtemeter eiken.
Dan krijgen we Lake Tekapo in het zicht. Het is inderdaad die fraaie turquoise kleur die het water heeft. Vooral de combinatie met de steeds wisselende lucht maakt het tot een schitterend geheel. We bezoeken het beroemde kerkje en iets daarvoor gelegen standbeeld van de shepherds dog, heel fraai.
De camping is aan het meer. Er staan veel campers. Bij het opzetten van de tent valt er een flinke bui. Mede vanwege de hoogte is het fris. Er is geen eetruimte die groot genoeg is voor de groep. Onder het eten spettert het wat, maar het valt gelukkig mee. We maken nog een korte wandeling langs het meer. Dan slaat de vermoeidheid toe en gaan we bijtijds onder de “wol”.

4e etappe Lake Tekapo – Glentanner 4 februari

Lake Pukaki Mt CookHet is koud, 10 a 12 ° C. Vandaag rijden we voor een belangrijk deel langs een kanaal. Het is tamelijk vlak. De grote groep rijdt al weer snel weg. Wij blijven met 4 over. De directe omgeving is aangelegd maar past toch wel bij het landschap. Het is onderdeel van een groot powerstation zoals je hier wel meer tegen komt. Heel NZ is afhankelijk van witte steenkool.
Het uitzicht op afstand is weer magnifiek, een combinatie van stroompjes (het lijkt wat zompig ) en heuvels. We leggen even aan bij een zalmkwekerij.
Het weer wordt steeds beter. De zon is erg fel en er staat nogal wat wind. Deze combinatie maakt het wat schraal. Voor de huid hebben we zonnecrème factor 28, maar de lippen geven nu een probleem. Ze zijn wat gezwollen, hierop moet ook de factor worden verhoogd.
Het bezoekerscentrum laten we even voor wat het is. We hebben een prachtig uitzicht op Aoraki, Mt. Cook. Naar men zegt is dat echt zeldzaam. Dan rechtsaf langs het meer. In het begin gaat het geleidelijk omhoog. Dan golft het wat. Bij Peters Outlouk hebben we nog een lunchstop. We ontmoeten hier nog een fietser en 2 Nederlandse jongens die een tocht maken met een gekochte auto. Deze willen ze over 9 weken in Auckland weer verkopen.
Glantanner ligt direct aan het droge deel van het Lake Pukaki. Het bestaat eigenlijk alleen uit een camping en een vliegveld van waaruit rondvluchten naar Mt. Cook kunnen worden gemaakt. De zon komt nu vol door. Dat geldt ook voor de wind. We zoeken de schaduw voor beiden.
Eten kunnen we gelukkig in een verblijfsruimte waar zelfs 6 2-zits banken staan. Perfect!

Rustdag Glentanner 5 februari

Oude auto Mt CookvillageHet is vandaag bewolkt en dat komt goed uit voor onze huid. Nog meer zon zou een beetje te veel van het goede zijn.
We gaan met het busje van CT naar Mt. Cook-village. Wij kiezen voor de wandeling naar de Hookersvaley in Mt. Cooks NP. We lopen voortdurend langs een steeds verder aanzwellende beek. Het water perst zich met veel geweld en geraas tussen de grote rotsblokken door. Al heb je het al tientallen malen gezien, het blijft fascinerend. De begroeiing langs het pad is bijzonder gevarieerd. Dat is echt opvallend als je dit vergelijkt met de in het algemeen vrij kale heuvels.
Uiteindelijk komen we aan bij het meer onderaan de gletsjer. De gletsjer is trouwens helemaal zwart. De jarenlange neerslag ook van puin e.d., zijn hier debet aan. De nevel trekt wel wat op, maar niet voldoende om echt goed zicht te krijgen. Toch zien we op de terugweg meer dan heen. De hele wandeling duurt ruim 4 uur Als we in het dorp komen, staan er overal camera's. Wat is er aan de hand? Er is een grote manifestatie van wel meer dan 100 klassieke auto's. E.e.a. is ter gelegenheid van het feit dat het 100 jaar is geleden dat de eerste auto Mt. Cook village bereikte. Het zijn prachtige auto's met meestal bij die tijd passend geklede bestuurder en passagier. Dit alles speelt zich af bij het Hermitage Hotel. Dat pikken we dan toch maar mooi even mee. Rond uur of 5 haalt de reisleider ons weer op met de bus.. 's Avonds eten we fish and ships in het restaurant op de camping.

5e etappe Glantanner- Omarama 6 februari

Onderweg naar OmaramaHet is vandaag Waitanguiday, een nationale feestdag ter gelegenheid van feit dat op deze dag het verdrag tussen de Maori en Engelsen werd getekend. Het gaat hierbij over de zelfstandigheid van Engelsen en Maori. Als we s'-morgens vertrekken is helemaal bewolkt. Het is maar 9° C. Eerst fietsen we zo'n 35 km zuidwaarts langs de oever van Lake Pukaki . Dan gaan we rechts af highway 8 op, om een stukje verder een rustige weg te nemen. We doen boodschappen, halen geld, koffie drinken en e-mail naar het thuisfront. Bij dit laatste treffen we ook leuke reacties op onze eerste mail. Dat veraf toch zo dichtbij kan zijn? Als we weer opstappen schijnt de zon volop en toch is het nog fris door de wind. We rijden heel vlot naar Omarama onze volgende overnachtingplaats. Het is een mooie camping (Top 10) in een dorp dat verder niet zo veel te bieden heeft. Het weer is goed genoeg om buiten te eten.
Onze kok heeft weer erg haar best gedaan. De chili concarne smaakt voortreffelijk.

6e etappe Omarama-Cromwell 7 februari

Vandaag is het een lange etappe, 110 km. Het is helder en dus koud. Het hangt rond een graad of 8, eigenlijk lange broeken weer. Na 16 km begint de klim naar de Lindis pass. Het gaat eerst heel geleidelijk, dan op 2 km onder top volgt nog wat echt klimwerk. Daar staan de reisleiding met koffie en koek.
De afdaling gaat echt als een speer. Het eerste stuk gaat stijl naar beneden. De snelheden lopen weer tot ver boven de 50km/uur. Een probleem is echter de wind. Die is zo sterk dat je toch wat moet oppassen. Verder naar beneden blijft het licht aflopen met de wind in de rug. Dat betekent snelheden tussen 25 en 40 km/uur. We rijden langs Lake Duncan een stuwmeer. Ook op de camping staat een harde wind, zo erg zelfs dat we er ’s nachts slecht van slapen.
We zijn nog even naar het dorp gegaan, maar bijna alles sluit hier om 17.00 uur. We eten binnen.

7e etappe Cromwell – Queenstown 8 februari

Meseum Cromwell‘s-Morgens is het eerst druilerig. We gaan eerst naar het bezoekerscentrum annex museum. Een klein deel van het dorp is destijds in het meer verdwenen bij de aanleg van een stuwdam.
We rijden door de Gorge van de Kawarau-rivier. Deze ligt soms wel 80 meter lager dan de weg. Het is een erg mooie maar helaas drukke weg. Dat is trouwens over het algemeen het probleem, mooi maar druk. Dat heeft alles te maken met het feit dat er weinig wegen zijn. Als we voor de 2e maal de Kawarau kruisen is dat bij een oude spoorbrug een plaats waar het bungyjumpen is uitgevonden. Beide voeten worden aan elkaar en aan elastisch touw gebonden. Afhankelijk van je wens of je het water met handen of hoofd wil raken en je gewicht wordt middels een contragewicht alles ingesteld. En dan spring je 43 meter naar beneden. Nadat het elastiek uitgerekt is wordt je in een bootje opgehaald. Vier mensen van de groep maken met goed gevolg de sprong. Na afloop kun je een fotoserie en video of dvd kopen. Een spannende maar dure aangelegenheid.
Als we verder fietsen regent het echt. De weg door de gorge blijft behoorlijk op en af gaan. Als we in Queenstown op de camping, bij dalstation van de kabelbaan aankomen, klaart het op maar we eten binnen. s' Avonds halen we een voucher voor de excursie naar Milford Sound.