| Schil
de gember en snijd de helft grof. De rest wordt heel fijn gesneden.
Pers de limoenen uit. Verwijder de steeltjes van de
korianderblaadjes. Snijd de sereh in stukken. Breng in een pan de
kokosmelk, de grofgesneden gember, de korianderstelen, sereh, laos,
25 gram suiker, ½ dl limoensap, ½ dl vissaus en trassi aan de
kook. Laat dit op een middelhoog vuur in ca. 25 minuten tot ongeveer
eenderde inkoken tot een lichtgebonden curry. |
| Breng
ondertussen in een pannetje de gember met de rest van de suiker en
3dl water aan de kook en laat dit ca. 15 minuten inkoken tot
een stroperig mengsel. Pel de knoflook en hak deze fijn evenals de
sjalot. |
| Zeef
het currymengsel en pureer deze met de korianderblaadjes (32
blaadjes achterhouden voor garnering) met een keukenmachine of
staafmixer. |
| Was
de mosselen onder koud water. Verhit de mosselen, de rest van de
vissaus, knoflook en sjalot ca. 1 minuut in een afgedekte pan. Voeg
de rest van de limoensap toe en laat de mosselen koken tot alle
schelpen geopend zijn. Af en toe omschudden. Ongeopende mosselen
weggooien. |
| Neem
de mosselen uit de schelp en schep deze door de groene curry, en
laat deze even mee warmen. Maar NIET koken.. Bestrooi 4 diepe borden
royaal met zeezout. Rangschik hierop de schelpen allen in dezelfde
richting. Schep de gemberconfit in de schelpen. Leg de mossel met
een klein schepje saus in de schelp. Mosselen bedekken met een
korianderblaadje. |