© Fotografie: Rob van den Berg - Hondenmanieren |
Artikel 13.
1.
De fokadviescommissie bestaat uit teniminste 3 personen en maximaal uit 5 personen,
waarvan tenminste 1 bestuurslid, 1 fokadviseur voor de stabijhounen en 1 fokadviseur voor
de wetterhounen. De toegevoegde leden dragen niet de titel van fokadviseur. De
fokadviseurs, evenals de toegevoegde leden, worden op de algemene vergadering op
voordracht van het bestuur gekozen voor een periode van 3 jaar. De fokadviescommissie is
verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
2.
De eigenaar van een teef dient minimaal 3 maanden voor de dekking fokadvies aan te vragen
voor zijn teef of goedkeuring van een door hem voorgestelde combinatie.
Aanvraagformulieren verschijnen in het clubblad of zijn bij de fokadviseurs verkrijgbaar.
3.
Honden, waarmee gefokt wordt, moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Ze moeten in goede conditie zijn. Bij twijfel is een dierenartsverklaring verplicht.
- Ze moeten geïnventariseerd zijn.
- Ze moeten tenminste 1x Zeer Goed in de Jeugdklas en 1x Zeer Goed in de Openklas of 2x
Zeer Goed in de Openklas hebben gehaald (met keurverslag) onder 2 verschillende voor het
ras erkende keurmeesters. Honden, die wel aan deze regel voldoen, maar ongeschikt worden
geacht voor de fokkerij, worden uitgesloten.
- Heupsysplasie (H.D.) - onderzoek is verplicht voor alle fokhonden. Men dient de uitslag
van de officiële beoordeling door de H.D.-commissie in Utrecht te melden aan de
fokadviescommissie. Combinaties met die honden, waarvan in de F.C.I.-beoordeling de
kwalificaties D-1, D-2, E-1 of E-2 voorkomen, worden verboden.
- De leeftijd van de teven, waarmee gefokt wordt, moet liggen boven 18 maanden en onder 9
jaar.
- De leeftijd van de reuen, waarmee gedekt wordt, moet liggen boven 15 maanden.
- Honden, waaruit pups met erfelijke afwijkingen worden verwacht, worden voor de fokkerij
uitgesloten.
4.
Tussen de geboorte van een nest en de volgende geboorte van een nest bij dezelfde teef
moet minimaal een periode van 12 maanden liggen.
5.
Het aantal effectieve dekkingen van een reu wordt gesteld op 3 per jaar. Het maximaal
aantal dekkingen voor een stabijhoun-reu is gesteld op 20. Het maximaal aantal nesten voor
een teef wordt gesteld op 5.
6.
Om de inteeltgraad niet te snel te doen toenemen, zullen combinaties met een
inteeltpercentage van 10% en hoger, berekend over 4 generaties, worden verboden.
7.
Afwijkingen van bovenstaande regels is mogelijk na overleg met de fokadviescommissie.
8.
Leden, die niet volgens deze richtlijnen handelen, krijgen de eerste keer een waarschuwing
van het bestuur. Bij de tweede keer voert het bestuur dit lid af uit het ledenbestand.
Zowel de eerste als de tweede waarschuwing wordt vermeld in het mededelingenblad.
9.
Een fokker krijgt geen pupbemiddeling, als hij zich niet aan dit reglement houdt. Indien
bij een fokker meerdere nesten gelijktijdig (=binnen 9 weken) aanwezig zijn, waarvan
tenminste één nest niet in aanmerking komt voor puppybemiddeling, worden alle aanwezige
nesten niet bemiddeld.
10 a.
Fokkers, die lid zijn van de N.V.S.W. en die deze rashonden fokken met volledige erkenning
en toepassing van de statuten, huishoudelijke reglementen, fokreglementen van de
vereniging, die zij dienen te onderschrijven, zo mede de aanwijzingen en voorschriften van
de fokadviescommissie, zullen van het bestuur van de vereniging een diploma /
erkenningsbewijs ontvangen, waarin hun erkenning als zodanig is vastgelegd. Het diploma
dient door de fokker schriftelijk bij het secretariaat van de vereniging te worden
aangevraagd, dat aan de fokadviescommissie om een prae-advies zal vragen. De fokker zal
genoegzaam dienen aan te tonen, dat door hem/haar tenminste 1 keer eerder een te
beschrijven nest is gefokt. Normaliter zal het diploma een geldigheidsduur hebben van 2
jaar, waarna op aanvraag van de fokker een nieuw diploma zal worden verstrekt. Aanvragen
kunnen onder opgaaf van redenen worden geweigerd. Diploma's, die op naam staan en
genummerd zullen zijn, zullen zijn gewaarmerkt door de handtekeningen van de voorzitter
van de fokadviescommissie en door die van het dagelijks bestuur van de vereniging. In
combinatie met o.a. lid 8 van het fokreglement kan het diploma door het bestuur van de
vereniging worden ingetrokken, in welk geval het diploma door de betrokken fokker bij het
bestuur moet worden ingeleverd. Aanvragen kunnen met opgaaf van redenen worden afgewezen.
Deze afwijzing kan betrekking hebben op zowel bepalingen in het fokreglement als op
overwegingen i.v.m. het algemeen verenigingsbelang.
10 b.
Uitsluitend gediplomeerde fokkers en zij, die fokken met schriftelijke toestemming van de
fokadviescommissie, kunnen beschikken over genummerde koopcontracten, die door hen bij de
fokadviescommissie schriftelijk kunnen worden besteld.