Over het schrijven
Als kind was ik al dol op lezen. Ik las veel
verschillende boeken. Spannende,
zielige, grappige, fantasie, sprookjes en dierenverhalen.
Ook las ik graag boeken over
ontdekkingsreizigers en uitvinders.
Ik had nooit gedacht dat ik schrijfster zou
worden. Toen ik 40 was, verscheen
mijn eerste boek.
Van andere jeugdboekenschrijvers hoor je vaak
dat ze al op hun zesde
schriftjes vol verhalen schreven. Ik dus niet. Was ik veel te lui
voor.
En het is hard werken hoor, een boek
schrijven. Maar ook heel leuk.
Je kan fijn
wegdromen in je eigen verhaal. Als ik niet kan
slapen ga ik altijd
bedenken hoe het verhaal
verder moet gaan.
Dan kan ik het de volgende dag opschrijven.
Doel
Het belangrijkste vind ik het om een lekker
leesbaar boek te schrijven,
waarbij je even
alles om je heen vergeet.
In mijn boeken probeer ik altijd wat dingen
samen te brengen in één verhaal.
Vriendschap en romantiek, wat
spanning en drama en ook
altijd een beetje
humor.
Meestal maken de hoofdpersonen in mijn boek
wel een soort ontwikkeling
door. Ze ontdekken
wat over zichzelf, waardoor ze dingen anders gaan
zien of
beter begrijpen.
Inspiratie
Tja, uit mijn gezin uiteraard. De verdere
familiekring.
Maar ook wat ik zelf nog van
vroeger weet.
Hoe ik me toen voelde, dingen die ik
meemaakte enzo. Mijn oren en ogen
staan altijd
open voor opmerkingen, indrukken en ideeën die ik kan
gebruiken
voor een verhaal.
Zo is mijn eerste kinderboek ‘De Wedstrijd’ ontstaan uit een
opmerking van
mijn dochter.
Ooit reden we met het hele gezin
naar huis en toen zag ik een dood konijn
liggen
precies in
een bocht van de weg. ‘Ach’, zei ik toen, ‘een
dood konijn’.
Mijn dochter (toen nog een
kleuter) sprong op om te kijken maar we waren
er al voorbij.
Ze kon het konijn niet meer zien. Blijkbaar had
het indruk op haar gemaakt
want iedere keer als
we langs die plek kwamen zei ze, ‘dit is de
bocht van het
dode konijntje’.
Daar heb ik toen een verhaal om heen
verzonnen.
Hoe ik schrijf
Alleen als het helemaal stil is om mij heen
en niemand thuis is kan ik schrijven.
Anders
lukt het niet.
Ik moet me verplaatsen in de personen
in het boek, de
plaats waar ze op dat moment
zijn.
zo kijk ik als ik word gestoord onder het
schrijven
Onderzoek
Als ik over een bepaald onderwerp schrijf,
zoek ik daar zo veel mogelijk
informatie bij. Ik lees er veel over, kijk documentaires en
zoek op het internet.
Daar maak ik dan allemaal notities van zodat alles klopt.
Bijvoorbeeld
bij ‘Dansen in het bos’ heb ik stapels boeken
over ballet, geitenkaas
maken en het houden van
geiten gelezen. Maar ook de kleine dingen moeten
kloppen. Als ik bijvoorbeeld schrijf dat de
perenboom bloeit in mei, moet dat
ook wel zo
zijn.
Dus dat controleer ik ook.
Keuring
Als mijn verhaal af is komt het ergste. De
keuring door een van mijn kinderen.
Tegenwoordig
is dat de taak van mijn dochter Evelien.
Geen verhaal
gaat de deur uit voor dat die keuring door
haar heeft
plaatsgevonden.
Dan krijg ik het manuscript terug met hier
en daar een venijnige rode streep.
Dat betekent dan:
dit is stom, onduidelijk of niet goed.
Na dat te hebben gecorrigeerd stuur ik het
naar de uitgever.
|