Herkomst
Afstammeling van de Setting Spaniëls, Voorstaande Honden die gefokt werden voor de jacht op het veerwild in de tijd dat er nog geen geweren bestonden. De honden dreven het wild in de richting van de jagers, die vervolgens netten over de vogels en de honden heen gooiden. De Ierse Setter ontwikkelde zich op de uitgestrekte vlakke heidevelden en drassige veengronden van Ierland en ontwikkelde zich daardoor tot de snelste van de Setter-variëteiten. De vroegere Ierse Setters waren wit met rode platen; de eenkleurig roden verschenen eerst in de 19e eeuw. Ook wel Red Setter of Big Red genoemd.
Algemeen voorkomen
Een grote, opvallende, adellijke hond met een prachtige kastanjerode kleur, een zwaaiende staart en een vriendelijke uitdrukking.
Schofthoogte
55-65 cm
Gewicht
ongeveer 25-30 kg
Vacht
Zijdeachtige lange beharing, vooral aan de benen, buik en staart. De kleur moet rijk goud-kastanjebruin zijn zonder enige zweem van zwart. Een klein wit vlekje op borst, keel, tenen of neus is toegestaan.
Gebruik
Over het algemeen wordt er weinig meer gewerkt met de Ierse Setter, en de honden die het op veldwedstrijden goed doen, stammen meestal af van zogenaamde werklijnen.
Gezondheid
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie en erfelijke oogafwijkingen. Pups worden onderzocht op slokdarmafwijkingen.
Aard
Heel zacht en goedaardig karakter. Iets levendiger en impulsiever dan de Engelse Setter. Zeer vertrouwd met kinderen.
Bijzonderheden
De lange, zijdeachtige vacht moet regelmatig worden geborsteld en gekamd, en de honden die naar tentoonstellingen gaan, behoren te worden getrimd.

Home