Ontwerp en design: Uncle Will

Voor hen die nieuwsgierig zijn naar het ontstaan of de herkomst van de Rozenkrans heb ik het volgende bij elkaar gezocht:

 

Over het kralensnoer wordt al gesproken zo rond het jaar 1000 maar de Rozenkrans zoals wij die kennen krijgt zo ongeveer in het jaar 1600 vorm. Voordien werd door monniken en andere geloofsgenoten het Brevier (jaargetijden) gebed gebeden. Dat bestond uit dagelijks 150 Onze vaders. Dat gebed werd gebeden in het Latijn maar veel lekenbroeders waren die taal niet machtig en dus mochten zij in plaats van het jaargetijden gebed de Paternoster bidden, met behulp van een kralensnoer.

Dit was echter nog niet de rozenkrans zoals wij die kennen.

Voor veel gelovigen was het een vrijwel onmogelijke taak dit gebed dagelijks te volbrengen, daar het Onze Vader woord voor woord overdacht gebeden moest worden en daardoor veel tijd in beslag nam. Zo rond 1200 werd het Onze Vader vervangen door een Maria groet, mede door een in die tijd onstane Maria verering. Destijds was dat nog maar een gedeelte van het huidige smeekgebed.

"Wees gegroet Maria de Heer is met U, U bent gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot"

Rond 1300 werden "vol van genade" en "Jezus Christus". toegevoegd en in 1400 kreeg de paternoster de naam Rozenkrans.

In de 16e eeuw werd de Rozenkrans het smeekgebed zoals wij dat kennen, door de toevoeging van het tweede deel van de groet: "Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood".

De Romeinse catechismus en het Romeinse Brevier legden in 1568 de huidige vorm van het weesgegroet vast (Paus Pius V. 1566-1572). Nadat aan elk tientje de doxologie (slotgebedje van lofprijzing) werd toegevoegd werd de Rozenkrans zo rond het jaar 1600 compleet in zijn huidige vorm.

Wees gegroet Maria vol van genade, de Heer is met U, Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen.

In 2002 werden door Paus Johannes Paulus II de "Geheimen van het licht" aan de overdenkingen toegevoegd.